
Wat krijg je in onze pensioenregeling?

Je krijgt ouderdomspensioen vanaf je 68e jaar
Je bouwde bij ons ouderdomspensioen op voor later. Je krijgt dit pensioen zolang je leeft. Elke maand krijg je een bedrag op je rekening. Je pensioenopbouw startte als je minstens 21 jaar was en nadat je minstens 2 maanden aaneengesloten bij Makro werkte.
Je ouderdomspensioen is een aanvulling op je AOW
De AOW van de overheid gaat nu in vanaf 67 jaar (2024). Maar die leeftijd gaat in stappen omhoog. Als de levensverwachting verder blijft stijgen, gaat ook de AOW-leeftijd omhoog. Je leest meer over jóuw AOW-leeftijd op SVB.nl.
Je pensioen en AOW gaan waarschijnlijk niet tegelijk in
Je hebt dan misschien een tijdje minder inkomen als je stopt met werken. Je kunt bij ons wel eerder of later met pensioen gaan. Die keuze maak je als je pensioen bijna ingaat. Het is verstandig om nu al na te denken over wat je wilt. Bijvoorbeeld of je iets extra’s moet regelen als je niet zo lang wilt doorwerken.
Je ouderdomspensioen hangt af van...
- het salaris dat je verdiende
- het aantal jaren dat je werkt
- de regels in ons pensioenreglement
De hoogte van het ouderdomspensioen staat op je Uniform Pensioenoverzicht (UPO). Maar ook bij Mijn Pensioen en op mijnpensioenoverzicht.nl. Op 6 maart 2024 is de verzekering door Nationale Nederlanden van alle pensioenaanspraken en -rechten ingegaan. Kijk voor meer informatie op onze toekomstpagina’s.
Je bouwde niet over je hele salaris pensioen op:
- Wij trokken van je salaris eerst een franchise af. Je krijgt later namelijk ook AOW van de overheid.
- Van het salaris dat overbleef, bouwde je een percentage ouderdomspensioen op. Dit is het opbouwpercentage.
- Was je salaris hoger dan het wettelijke maximum? Dan bouwde je over dat hogere salaris geen pensioen op in deze pensioenregeling.
- Werkte je parttime? Dan bouwde je minder pensioen op.

Je partner en kinderen krijgen een pensioen als je overlijdt
Je bouwde bij ons ook partnerpensioen en wezenpensioen op. Overlijd je? Dan geldt dit.
Je partner krijgt partnerpensioen zolang hij of zij leeft
Overlijd je? Dan krijgt je partner alleen het partnerpensioen dat je opbouwde totdat je uit dienst ging of totdat Metro Pensioenfonds een slapend fonds werd.
Overlijd je na je pensionering? Dan krijgt je partner ook ongeveer 70% van het opgebouwde ouderdomspensioen. Maar dat is niet zo als je bij je pensionering (een deel van) het partnerpensioen hebt geruild voor extra ouderdomspensioen.
Je partner ontvangt het partnerpensioen vanaf de 1e dag van de maand na je overlijden. De uitkering eindigt wanneer je partner zelf overlijdt. De hoogte van het partnerpensioen staat op je Uniform Pensioenoverzicht (UPO). Maar ook bij Mijn Pensioen en op mijnpensioenoverzicht.nl.
Onder partner verstaan wij:
- je echtgenoot of echtgenote
- degene met wie je een geregistreerd partnerschap hebt
- degene met wie je ongehuwd samenwoont (en geen directe familie van jou is) en als jouw partner is aangemeld bij het pensioenfonds. Je hebt een notarieel samenlevingscontract en woont minstens 6 maanden op hetzelfde adres of je woont volgens het bevolkingsregister minstens 5 jaar samen op hetzelfde adres.
Je partner komt alleen in aanmerking voor partnerpensioen als jullie huwelijk, geregistreerd partnerschap of het samenlevingscontract vóór je pensioendatum is afgesloten.
Woon je samen? Of ben getrouwd of geregistreerd partner en woon je in het buitenland? Meld je partner dan bij ons aan.
Je partner krijgt misschien ook een Anw-uitkering van de overheid
Overlijd je? Dan krijgt jouw partner misschien een tijdelijke uitkering van de overheid. Dit staat in de Algemene Nabestaandenwet (Anw). Je vindt alle informatie op SVB.nl. Bijvoorbeeld over de voorwaarden:
- jouw partner zorgt voor een kind jonger dan 18 jaar, of
- jouw partner is minstens 45% arbeidsongeschikt.
Je kinderen krijgen wezenpensioen als je overlijdt
Je bouwde bij ons ook wezenpensioen op. Als je overlijdt, krijgen je kinderen een wezenpensioen.
Onder jouw kinderen verstaan wij:
- je eigen kinderen (ook geadopteerde kinderen)
- je stief- of pleegkinderen die je zelf opvoedt en onderhoudt.
Het wezenpensioen gaat in op de 1e van de maand na je overlijden. De uitkering geldt tot en met de maand waarin je kind 18 jaar wordt. Studeert je kind óf is je kind voor minimaal 45% arbeidsongeschikt? Dan geldt het wezenpensioen tot en met de maand waarin je kind 27 jaar wordt.
Het wezenpensioen is per kind 20% van het (bereikbare) partnerpensioen. Als beide ouders zijn overleden wordt het wezenpensioen verdubbeld. Voor maximaal 4 kinderen is het wezenpensioen een vast bedrag per kind. Heb je 5 of meer kinderen? Dan wordt het totale wezenpensioen verdeeld over alle kinderen.
De hoogte van het wezenpensioen staat vermeld op je Uniform Pensioenoverzicht (UPO) en op mijnpensioenoverzicht.nl.

Je blijft pensioen opbouwen als je arbeidsongeschikt bent
Is je jaarsalaris hoger dan het maximaal SV-loon (oftewel WIA-loongrens) en krijg je een WIA-uitkering? Dan krijg je van ons een aanvullend arbeidsongeschiktheidspensioen. Je werkgever had hiervoor een verzekering afgesloten. Zelf betaalde je hier een eigen bijdrage voor. Je werkgever hield jouw eigen bijdrage maandelijks in op je salaris.
Ben je voor 1 januari 2023 arbeidsongeschikt geworden?
Dan blijft jouw pensioenopbouw bij Metro Pensioenfonds doorlopen zolang je arbeidsongeschikt bent. Is jouw eerste ziektedag vóór 1 januari 2023 en volgt er na 2 jaar een WIA-uitkering? Dan krijg je een premievrijstelling voor de pensioenopbouw bij Metro Pensioenfonds.
Was je jaarsalaris hoger dan het maximaal SV-loon (oftewel WIA-loongrens) en krijg je een WIA-uitkering? Dan krijg je van ons een aanvullend arbeidsongeschiktheidspensioen. Je werkgever had hiervoor een verzekering afgesloten. Zelf betaalde je hier een eigen bijdrage voor. Je werkgever hield jouw eigen bijdrage maandelijks in op je salaris.
Je pensioenopbouw als je arbeidsongeschikt bent
Zolang je arbeidsongeschikt bent, bouw je elk jaar een deel van je pensioen op. Dat doe je niet over je hele brutosalaris, alleen over je ‘pensioengrondslag’. We houden namelijk al rekening met de AOW-uitkering die je later van de overheid krijgt. Het deel van je brutosalaris waarover je geen pensioen opbouwt, heet de ‘franchise’. Je pensioengrondslag is je brutosalaris (tot het wettelijk maximum) min de franchise.